sprot -ten, spro, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën

Ook: spröt (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. haringachtig visje, sprot

    Hij nam een kladde vol viegen en een puutien sprotten met van 't mark (Sleen)

    Spröt binnen klaaine gerookte vissies (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...