Ook: spuide (Veenkoloniën), spuite (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
spuit
Een peerd, wat nich schieten kun, gaven ze een spuit zeipwater in de kont (Barger Compascuum)
Ik hebbe een spuitien ehad veur de griep (Diever)
Ze gaot tegenwoordig overal met de spuit bijlanges om de bool dood te spuiten (Hijken)
Het is zo dreug in de tuun; zet de spuit er maor op (Beilen)
geweer
Raainder hef zien spuit achter het kamnet staon (Eexterveen)
Die rotvent höld de spuite recht op mij an (Elim)
brandspuit
Bij die braand kwaamp de
spuite wel wat late (Hoogeveen)
brandspuit
spuitwater(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Geef mij mor een flessien spuit (Sleen)