sputter -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: sputtel (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), spotter (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. sputter, spat

    Der zit almaol sputters, ...sputtels tegen het glas an

    spatter

    Zie ook:
  2. hoeveelheid drank

    Hij hef een beste sputter op, hij kan haost nich meer op de beinen staon (Barger Compascuum)

    Doe mij der nog maor een sputtertien in

    Zie ook:
  3. zier(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Het kan mie gien sputter schelen, of doe mit daaist of nich (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  4. spuug(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Der zit sputter op de koekoeksbloumen (Nieuw Schoonebeek)

    spei

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...