spuuskern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: spoezen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), sproeschern (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), sproezen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), spruuskern (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), spruzen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), spuuschern (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), spuzen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. sproeien van een speen

    Een koe met een spreispeen spuuskert met het melken (Stieltjeskanaal)

    Die koe spuust, ...spruust, ...sproest met ien tet (Grolloo)

    sproeien, spreiden, spoestet

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...