stört I dehet, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: stort (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. hoeveelheid pasgegraven turf, die in één keer met de kruiwagen wordt afgezet

    Zes stort bij een dubbele ligger en zeuven stort bij een enkele ligger of hazeligger (Barger Compascuum)

    Zes stört kwam tegen de ligger an;

    en dan haj een slag (Geesbrug)

    Vief stört tegen de legger is een slag (Schoonebeek)

    Die krooie vol törf moej niet zo hard tegen het stört ankwakken (Klazienaveen)

    an

    stört

    Zie ook:
  2. stortplaats(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Een stört is een plek, waor wat nèer egooid wordt en dan slicht möt worden (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. kanaaldijk, plaats, waar bij het graven van een kanaal de grond is gestort(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe)

    Aj der toch hen wilt, kuj beter over het stört gaon (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...