störten II overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: storten (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. storten

    Morgen komt ze beton storten (Ruinerwold)

    IJ mugt nargens mèer voel störten (Zwinderen)

    Zie ook:
  2. Ik zal wel geld storten (Kerkenveld)

    Die bargbeklimmer is naor beneden stört (Peize)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...