Ook: stamern (Zuidwest-Drenthe Zuid), staomeln, staemeln (Zuidwest-Drenthe Noord)
gebrekkig spreken
Hij stuttert niet zozeer, hij stamelt wat (Hollandscheveld)
Wat stamert die jong toch!
niet uit de woorden kunnen komen
Hij kun de woorden haost niet vinden; hij stun daor mor wat te stameln (Hooghalen)
niet opschieten(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Wat staoj daor te stameln, ...rukken. Schiet toch wat op (Sleen)