stappen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. stappen

    Hij stapte veurzichtig over de hond hen (Nieuw Schoonebeek)

    Hie stapde midden in de mieg (Eext)

    Pas op daj niet mis stapt; het is een holle ledder (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...