stempelzetter
Hij was de stempelaar van de botterfebriek (Hoogeveen)
De stempelaar zat aachter het loket (Rolde)
werkloze, iem. die stempelt
Vrogger nuumden ze warklozen stempelaars (Sleen)
De stempelaor mot aal week hen het gemeeintehoes (Eext)
In de crisistied haj veul stameplaars (Zwinderen)