stempeln werkwoord, zwak
  1. , (on)overg

    Zie ook:
  2. stempelen

    Kun ie lèzen, waor de brief estempeld is (Ruinerwold)

    Warkelozen mussen in de crisisjoren hen stempeln

    Zie ook:
  3. met een steentje over het water scheren(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wij zuken een platte stien um te stempeln (Meppel)

    siedeln, kiskassen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...