stiegen onovergankelijk, sterk, werkwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe

Ook: stijgen (Zuidoost-Drenthe)

  1. stijgen

    De ballon begun te stiegen (Eext)

    De priezen stiegt ok aordig (Sleen)

    Hij steeg in mien achting (Wapserveen)

    Die weg, die stig

    Het waoter kan nog wat stiegen (Norg)

    *Aj hoog stiegt, kuj deeip vallen (Balloo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...