stekerig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: stikkerig (Zuidwest-Drenthe), stekig (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. stekerig

    De zunne is aordig stikkerig (Havelte)

    Het is stikkerig weer (Wapserveen)

    De vlegen waren stikkerig; wij zult wel onweer kriegen (Ruinen)

    Zie ook:
  2. wormstekig(Zuidoost-Drenthe)

    Dei appels waren aordig stekerig (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...