, wederk
Zie ook:stilhouden
Doe most die stilholden te zeuren (Barger Oosterveld)
stoppen
IJ moet even stilholden, ik moe de vörk nog methebben (Oosterhesselen)
bidden(Zuidoost-Drenthe)
Wij möt wal hen heuien, mar eerst even stilhoolden (Padhuis)
Hij is an het stilhoolden (Padhuis)