stip I -pen, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: stippe (Zuidwest-Drenthe)

  1. stip, puntje

    Op het lest zagen wie de vleigmesiene nog as ein klein stipken (Barger Compascuum)

    IJ moet op de stip gaon staon (Eext)

    Der zit een stippie op het glas (Schoonoord)

    Der zit een heeil klein stippien in dat gooud

    stippel

    Zie ook:
  2. IJ moet er een stip achter zetten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...