doek om boterhammen in te pakken
De manlu mussen op de stoetendoek en het lepelkörfien passen
doek over het deeg
De stoetendoek wuur over het dieg legd tiedens het riezen (Sleen)
doek over de broden
De venter har een stoetendoek over de stoet (Hooghalen)
in de körf (Emmen)