stoetendoek de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte) Bron: H. Tiesing
  1. doek om boterhammen in te pakken

    De manlu mussen op de stoetendoek en het lepelkörfien passen

    Bron: H. Tiesing Zie ook:
  2. doek over het deeg

    De stoetendoek wuur over het dieg legd tiedens het riezen (Sleen)

    Zie ook:
  3. doek over de broden

    De venter har een stoetendoek over de stoet (Hooghalen)

    in de körf (Emmen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...