stoeteten onbepaald, wijs
  1. een broodmaaltijd nuttigen

    Um zes uur moew stoeteten (Eext)

    Bliej vanaovend stoeteten? (Sleen)

    Nao het stoeteten much e weg (Klazienaveen)

    Wij bint er veur het stoeteten weer (Rolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...