stoffel -s, de
  1. domoor, sufferd, ook gezegd van een onhandig persoon

    Wat is dat een stoffel van een jong, die kan niks (Barger Oosterveld)

    Wat bin ie toch ok een stoffel daj je zo bij de bok laot doen (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...