stouger -s, de, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: stouwer (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. persoon, die de turf stapelt

    Bie het laden haj lougers en stougers, stougers laadden het heile schip onder en boven, en de louger (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...