Ook: stouwe, waterstouwing
Bron: J. Pan, Drenthsche woorden en spreekwijzen. Assen 1848stuw
Vroeger zaag ie nog wel ies een schippersjaeger op de stouwe (Wapse)
Daor bij die stouwe zit vake een paar vissers (Koekange)
dijk
Die stouwe hef nogal een hiele glooiing (Havelte)
Der mut wat sintels op de stouw ebracht worden (Noordscheschut)
stuw