stouwen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe

Ook: stougen (Zuidoost-Drenthe)

  1. stouwen, bergen

    Zie kunt er haost niet in. Denk er um, goed stouwen

    Alles weur in het roem stouwd (Nieuw Schoonebeek)

    Alle törf in dat

    schip moet stouwd worden (Klazienaveen)

    stougen

    Zie ook:
  2. stuiten, tegenhouden

    Bloed stouwen

    Bron: H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & J. Pan, Drenthsche woorden en spreekwijzen. Assen 1848 Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...