straol II bijwoord
  1. volkomen

    Hij luup je straal verbij en zee niks (Sleen)

    Hij was dik in de lorum, wat zeg ik, straal bezeupen (Hoogeveen)

    straol bezeupen (Zweelo)

    Dat giet daor straal de verkeerde kaante op (Koekange)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...