stroef
De dansvloere is stroef (Kerkenveld)
Het ies was stroef (Rolde)
Van rabarber kriej stroeve tanden (Borger)
stomp
slei, (fig.) Dat gesprek leup nogal stroef (Klazienaveen)
straf, stevig(Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe)
Mit die stroeve wiend krieg ik altied last van siepogen (De Wijk)
Dat gebeurde as er 's winters zo'n stroeve oosten- of noordenwiend was (Wapserveen)
Ze zul mor stroef deurstappen