stroken onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: streuken II, streuken (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. stroken

    Dat strookt niet met oonze gedachten (Hijken)

    met mien geleuf (Borger)

    Dat streukt niet mit mien opvattings (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  2. accorderen

    Het strookt niet tusken die beiden (Eext)

    Die beiden bint zo verschillend, dat kan niet stroken (Dalen)

    Zie ook:
  3. strelen(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    De hond streukt de katte en de katte de hond, net zo lange as het goed giet

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...