strontig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

Ook: stronterig

  1. vuil door mest

    Het is wat strontig op de straote (Kerkenveld)

    Zie ook:
  2. vervelend

    Dat strontige ventie wet het altied bèter (Koekange)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...