strowis de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. gedraaide stroband of bosje stro

    Even een strowisse dreien (Hollandscheveld)

    Strowis was er as versiering op anbindsel van schuren (Sleen)

    Een koe die de bek lös mus holden, kreeg een strowisse in de bek mit grune ziepe (Dwingelo)

    Hij is hier op een strowisse komen andrieven

    Een strowis veur kachelpiep schuren (Eexterveen)

    As een koe an de wiend was, kregen ze een oftreksel van prei of ook wel een strowisse mit stront er (Elim)

    Een kalf mit een strowisse schone maken

    strowis

    Holle pannen weurden opvuld met strowissen (Beilen)

    strodok

    Zie ook:
  2. gevlochten stro in klompen

    Zo nou en dan vlecht hij een strowisse in zien klompen (Fluitenberg)

    wis I, strowiep

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...