stommel -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: strummel (Zuidwest-Drenthe Zuid), strommel (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), stummel (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. stomp, stronk

    Wat bint dat aole stommels van bomen (Erica)

    Ik bin vallen over een stommel van oous appelboom, die nog in de grond zat (Eext)

    Daor bint nog wat aolde stommels staon bleven (Sleen)

    Ik zit aal met de schop op die aol stommels (Eext)

    Opa hef nog wat stommels in de mond

    Zie ook:
  2. oud persoon(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Van een olde kerel zegt ze wel: Hij is een olde stommel (Hoogeveen)

    stummel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...