stuntelig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: stunterig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. stuntelig

    Zij lèup arg stuntelig mit twei krukken (Ruinerwold)

    Hie stun er wat stuntelig bij (De Wijk)

    Het giet niet zo goed, het giet allemaol nog wat stuntelig (Fluitenberg)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...