Ook: tand (Zuidoost-Drenthe), tanne (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), taande (Veenkoloniën)
tand
Zien taand steit scheef (Kloosterveen)
Het peerd is van de taand
Hij hef valse tanden
Die hef de tanden stief op mekaor
Iene een taand in de kont steken
houten pen in de kop van een hark
De taand is oet de rief broken (Peize)
Taanden in de harke zetten is een mooi wark veur de winter (Hollandscheveld)