tachtig telwoord

Ook: tachentig

  1. tachtig

    Ik moe nog tachtig zak erpel oflevern (Zwinderen)

    Hij wordt noe tachtig joor (Nieuw Schoonebeek)

    Mit tachtig waai eerder stokold (Koekange)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...