tak de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: atak (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), takke (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), takke II

  1. tak

    Ik heb een tak van dizze boom ofzaogd (Anderen)

    Van een takkien op een teugien

    Hai is van de hak op de tak

    Zie ook:
  2. vertakking

    Een tak van een gewei (Dwingelo)

    Het is gien femilie, het is een andere tak (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  3. puntig uitsteeksel

    Det kaanten kraagie mit die takkies (Ruinerwold)

    Dat gerdien, daor möt een takkien underan

    Zie hef een mooie tak veur het glas

    Doe die haolket een tak naor boven, aans giet het veul te haard (Zwiggelte)

    Der zit nogal wat hakken en takken in

    De takken van een draodspanner (Valthe)

    Zie ook:
  4. inkeping of weerhaak aan de snede, indien er niet goed gehaard of geslepen wordt

    Der zit een takke in de zaaise (Barger Compascuum)

    takken in het mes (Nieuw Amsterdam)

    Zie ook:
  5. ijspegel(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat hangt daor lange takken an het daok (Sleen)

    iestak, tabbe

    Zie ook:
  6. (zoz, zwz, ti, dva), in

    op takken

    Jonge, wat is hij vandage goed op takken (Broekhuizen)

    tabben

    Zie ook:
  7. aambei(Kop van Drenthe)

    Hej ok last van takken? (Roderwolde)

    Zie ook:
  8. omgebogen achtereind van een hoefijzer(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Het umgebèugen of haoks ofgesmede achterende van een hoefiezer, dat is de kalkoen of de takke (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...