tarief tarieven, het
  1. tarief

    De tarief van de kraante wordt alweer hoger (Havelte)

    Zie ook:
  2. vaste regel

    Het is vast tarief, dat de aole man elke dag even langskomp (Oosterhesselen)

    Zij hebt ok weer ruzie, dat is daor vast tarief

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...