Ook: tèer (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
teer
Dat peerdeoog an die boom, daor moej even wat teer opstrieken (Klazienaveen)
Van een goedkope piep zeden ze dat die een bieter har van pik en teer (Sleen)
Soda en teer was een middel tegen moek (Valthermond)
Tèer blif haoste altied plakkerig (Pesse)