tegenstemmen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. tegenstemmen

    Of wil ie tegenstemmen! (Kerkenveld)

    Ie kunt toch niet altied tegenstemmen (Nijeveen)

    Aj tegenstemt, moej ok mor veur de gevolgen opkommen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...