tesselig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: teslijk (Zuidwest-Drenthe Noord), ...lijk (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), tesselk (Kop van Drenthe), tessels (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

Bron: H. Tiesing & H. Tiesing
  1. kieskeurig

    Hie is zo tessel(i)g, ...tessels met het eten (Sleen)

    Ik bin nogal tessel mit draankies en pillen innemen (Tweede Exloërmond)

    Niet zo tessel, jong, in de oorlog zölden wij er bliede mee ewest hebben (Meppel)

    keurzig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...