teunen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe

Ook: tonen (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe)

  1. tonen, laten zien

    IJ moet mar teunen, waj wèerd bint (Weerdinge)

    Teun toch ies wat belangstelling! (Diever)

    Die jas teunt niks

    Het peerd teunt zuk goud

    Die stal teunt niet zo

    De kou het een mooi uur, hie toont wel (Westervelde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...