teutgat de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: ...mu (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), teutjeboks

  1. praatziek vrouwspersoon

    Ie hebt loopwieven, koopwieven en teutwieven (Barger Oosterveld)

    Wat een aolde teutmu (Sleen)

    Die teutzakken zaten weer bij mekaar te kwakken (Padhuis)

    Wat een teutjeboks

    teutebel, teuterd

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...