thoeskommen onbepaald, wijs, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: thuus... (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Zuid), hoes... (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. thuiskomen

    Is dat nou thoeskommen; het is al twaalf uur (Westdorp)

    Ze bint beholden thoeskommen (Zwiggelte)

    Zie ook:
  2. (zelfst.) thuis

    Die kiender hebt ook gien thuuskomen (Nijeveen)

    Nachtvolk hef gien thoeskommen (Norg)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...