Ook: tirreln (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), tiddeltoppen (Midden-Drenthe), tiltoppen (Midden-Drenthe)
tollen
Vroeger kunden wij nog op de straot tiddeln (Gasselte)
Wij tirrelden ok met een klossie van gaoren (Buinen)
Hij kreeg een drèei um de oren, hie tiddelde in het ronde (Beilen)
wiebelen, onrustig zijn(Kop van Drenthe)
Zie ook: