tierelieren onbepaald, wijs
  1. zingen, tierelieren

    Moej die vogels ies heuren tierelieren (Sleen)

    Schei mar uut te tierelieren (Nijeveen)

    Zie ook:
  2. lanterfanten(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Ie loopt daor mar wat te tierelieren, doet ook mar wat (Ruinerwold)

    tureluren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...