todde -n, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: torre (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. vod, lor

    Wat die anhef, bint allemaole lorren en todden (Geesbrug)

    Gooi die todde toch vort (Balloo)

    Hinnerk sleug de ruumhaak achter de todden en wupde ze op de kaant

    Zie ook:
  2. smeerpoets(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat is dat ain todde van een wief (Tweede Exloërmond)

    Zie ook:
  3. (vaak verkl.) kleine hoeveelheid

    Wij kunt het heui niet holden, der blif nog een toddegien over (Sleen)

    Der lig nog een torre heui (Emmer Compascuum)

    torregien

    Zie ook:
  4. kern van een ettergezwel(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Een kuken of een torre (Erica)

    kedodde, tabbe, tap II, tiek I

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...