toek I -en, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: toeke (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. teef

    Die reu zit maor achter de toeken te vangen (Fluitenberg)

    Zie ook:
  2. slet, manziek vrouwspersoon

    Dat is een toek van een meid, alle kèrels loopt heur nao (Sleen)

    Wat een geile toeke! (Meppel)

    Zie ook:
  3. grote grofgebouwde meid(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...