Ook: tjuken, tjoeken (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), sjoeken (Kop van Drenthe)
slordig naaien, met grote steken een gat of scheur dichttrekken
De naaimesien tjoekt (Anloo)
Een heeil grote steek om alles an mekaor te toeken (Zeyen)
Het is gien naaien, wat ze döt, ze tjoekt maor wat (Peize)
Zij har het mar zo wat in mekaar etjoekt (Ruinerwold)
foeken