toepassen
Nou moej, wat eleerd hebt, mor ies toepassen (Diever)
As olders zukke straffen gaot toepassen, dan kweekt ze haot (Hoogeveen)
Die woorden kanze
wal op die zölf toepassen (Schoonebeek)
Dat middelie kuj nog wel ies toupassen (Norg)
toeleggen(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Wij hebt ruild, mar wij mussen der nogal wat op toepassen (Ekehaar)
Dat is nich genog, doe most toupassen (Barger Oosterveld)