tolt -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: tolte (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. vod(Kop van Drenthe)

    Het was almaol tolten en vellen

    Nou mokt die male snieder (...) daor zo'n raore tolt van, daj er met goud fesoun niet met over de we

    Zie ook:
  2. dikke slonzige vrouw

    Wat een tolt van een wief (Gieten)

    Zie ook:
  3. vrouw van lichte zeden

    Een vrouw, die het nich zo nauw nemt, is een tolte (Barger Compascuum)

    tont

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...