tontern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. mopperen, brommen

    Mien vrouw, die tontert op mij (Sleen)

    Een mopperkont, die hef aaid wat te tontern (Exlo)

    As mien moe niet te spreken was, leup e aal mor te tontern en te foetern (Odoorn)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...