topperig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: toppig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. met veel toppen of plukken

    Dat gres stait wal slim toppig (Barger Compascuum)

    Dat is nogal toppig graslaand (Eelde)

    Toppige wol is niet al te beste wol, waor as de strontkladden nog inzit (Geesbrug)

    Dat hebt ze niet best meid, het is topperig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...