Ook: tut (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
tot
Hij hef het tot groes houwd (Nieuw Schoonebeek)
Hij kan nog niet tot tiene tellen (Klazienaveen)
Het water stun oes tot an de achterdeur (Weerdinge)
Hij is tot de jonkheid oet
Hij kwam mij nao tut an de zieddeure (Elim)
Hoe lang hej wark? Tot (hen) an de middag (Sleen)
IJ moet wachten tot ik je roep (Oosterhesselen)