traonoogd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe
  1. met betraande ogen

    Wat scheelt je toch; wat kiek ij jao traonoogd oet (Zwinderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...