troes troezen, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: troese (Zuidwest-Drenthe Noord), troest (Kop van Drenthe), troeste (Zuidwest-Drenthe), troest(e)

  1. vaak verkltros

    Er stun een heil troesie bai 'n kander (Roderwolde)

    De appels zaten bij troesten an de bomen (Wapse)

    Een troesie(n) droeven (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...