tros trossen, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: trosse (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. tros

    Wij hebt een hele tros droeven kregen (Hooghalen)

    Die tros bananen is nog niet riep (Buinen)

    T. bleef even staon en stak een trossien liesterkrallen op het blauwe manteltien

    troes

    Bron: A. Dening Zie ook:
  2. dik touw

    Bin de tros mor even vaast (Weerdinge)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...